Ons Zonnestelsel

Als aardbewoners maken we deel uit van het zonnestelsel, maar wat is het zonnestelsel precies en waar bestaat het uit? 

Wat is het zonnestelsel?

 

Het zonnestelsel bestaat uit de Zon en alle hemellichamen die onder invloed staan van haar zwaartekracht.

Ons zonnestelsel, één van de naar schatting honderd miljard stelsels in de Melkweg, heeft de Zon als middelpunt. De Zon is niet alleen het zwaarste object, maar ook verantwoordelijk voor 99,86% van de totale massa in het zonnestelsel. Om de Zon draaien talloze hemellichamen, variërend in grootte van microscopisch kleine stofdeeltjes tot gigantische planeten zoals Jupiter. Voor veel van deze onderwerpen hebben wij aparte hoofdstukken opgesteld.

Toch bestaat het zonnestelsel grotendeels uit lege ruimte. De afstanden tussen de hemellichamen zijn vaak vele malen groter dan de objecten zelf.

Het zonnestelsel beweegt door de Melkweg met een snelheid van 250 kilometer per seconde. De Zon bevindt zich op een afstand van ongeveer 30.000 lichtjaar van het centrum van ons sterrenstelsel.

 

Ontstaan van het zonnestelsel

 

Ons zonnestelsel is ongeveer 4,5 miljard jaar geleden ontstaan uit een interstellaire gaswolk die actief werd. Wetenschappers vermoeden dat deze gaswolk werd samengedrukt door schokgolven, veroorzaakt door één of meerdere supernova’s. Door de zwaartekracht begon de wolk samen te trekken. Magnetische velden, gasdruk en zwaartekracht zorgden ervoor dat de dichtheid toenam en de wolk steeds sneller ging roteren.

Het centrum van de gaswolk, ook wel zonnenevel genoemd, stortte in een proces van ongeveer 100.000 jaar in. De enorme hitte die hierbij vrij kwam, leidde tot de vorming van een jonge ster: onze Zon. Deze jonge ster absorbeerde het grootste deel van de gaswolk. Het resterende gas koelde langzaam af, waardoor ijs, steen en metaal begonnen te stollen. Door botsingen tussen deze vaste deeltjes groeiden ze in omvang. Uiteindelijk werden sommige brokken groot genoeg om ook het resterende gas aan te trekken. Zo ontstonden de protoplaneten, het voorstadium van de planeten zoals we die nu kennen.

 

 

Door samenklontering van materiaal ontstonden de protoplaneten

 

Ongeveer één miljoen jaar na het ontstaan van de eerste brokstukken begon de Zon plotseling krachtige straling uit te zenden, beter bekend als de zonnewind. Deze straling blies de gasomhulsels rond bijna alle protoplaneten (de voorlopers van echte planeten) weg, met uitzondering van de gasreuzen Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. De banen van de protoplaneten rond de Zon begonnen zich geleidelijk te vormen. Door verdere onderlinge botsingen en samenklontering ontwikkelden deze zich uiteindelijk tot de huidige planeten en manen.

Hoewel het zonnestelsel nog steeds evolueert, wordt algemeen aangenomen dat het in zijn huidige vorm zal blijven bestaan totdat de Zon aan het einde van haar leven in een Rode Reus verandert. Tijdens deze fase zal de Zon opzwellen en mogelijk enkele planeten in haar omvang opnemen.

 

 

Afstanden in het zonnestelsel

De afstanden in ons zonnestelsel worden vaak gemeten in Astronomische Eenheden (AE). Eén Astronomische Eenheid is gebaseerd op de gemiddelde afstand tussen de aarde en de zon, wat neerkomt op ongeveer 150 miljoen kilometer (1 AE = 150 miljoen km). Ter vergelijking: Mercurius bevindt zich op 0,4 AE van de zon, Venus op 0,7 AE, Mars op 1,5 AE, Jupiter op 5,2 AE, Saturnus op 9,5 AE, Uranus op 19 AE en Neptunus op 30 AE afstand.